Het leven van Kanunnik Petrus Jozef Triest

1760: Geboorte

Petrus Jozef Triest wordt geboren in Brussel.

1786: Priester

Na studies in Brussel, Geel en Leuven wordt P.J. Triest seminarist in het Grootseminarie in Mechelen, waar hij tot priester wordt gewijd in 1786.

1796: Pastoor

Na een aantal jaren dienstwerk als priester in verschillende parochies rond het Mechelse, wordt P.J. Triest in 1796 benoemd tot pastoor in Ronse.

1803: Congregatie 1

Door moeilijkheden met de burgemeester van Ronse werd hij in 1803 overgeplaatst naar Lovendegem, nabij Gent.

Getroffen door de erbarmelijke levenssituatie van zijn parochianen, bracht hij hetzelfde jaar een aantal jonge vrouwen samen om zich in te zetten voor de zieken en armen. Het werd de start van de Zusters van Liefde van Jezus en Maria.

1796-1801: Ondergedoken

Door de Franse Revolutie kan hij vijf jaar zijn priesterlijke functie niet in het openbaar uitoefenen en moet hij ondergedoken leven.

Deze schijnbaar verloren jaren worden voor Triest uiteindelijk gezegend en groeit hij uit tot een spiritueel en mystiek iemand.

1802: Missie

Wanneer hij in 1802 voor het eerst opnieuw in het openbaar mocht preken gaf hij zijn missie in drie woorden: “Ik moet u mijn voorbeeld, mijn onderricht en mijn dienstbaarheid geven”.

1805: Gent

In 1805 werd hij samen met zijn nieuwgevormde congregatie naar Gent geroepen, om daar te zorgen voor ongeneeslijke zieken.

Heel vlug werd hij betrokken bij de armenzorg in Gent en werd hij lid van de Commissie van de Godshuizen en eveneens kanunnik van het kapittel van de Sint-Baafskathedraal.

1807: Congregatie 2

Door moeilijkheden met de burgemeester van Ronse werd hij in 1803 overgeplaatst naar Lovendegem, nabij Gent.

1807-1823: Pionier

Met het breken van de boeien waarin de geesteszieken gevangen zaten in de kelders van het Geeraard de Duivelsteen te Gent stelde Triest zich revolutionair op.

De Broeders van Liefde werden zo pioniers van de psychiatrische zorgverlening.

Ook de Zusters van Liefde zorgden voor de vrouwelijke geesteszieken in Gent.

1823: Congregatie 3

Om een antwoord te geven aan de nood aan verzorging aan huis, stichtte hij in 1823 een tweede broedercongregatie, de Broeders van Johannes de Deo.

Zorg voor bejaarden, geesteszieken, maar ook voor jongeren met een handicap zoals blinden, doven en later ook aandacht voor kinderen die verstoken waren van onderwijs: het werden allemaal actieterreinen waarin Triest echt innoverend was in zijn tijd.

1836: Overlijden

Triest overlijdt in 1836 en wordt begraven in zijn geliefd Lovendegem, waar hij later wordt overgebracht naar de grafkapel op het domein van de Zusters van Liefde.

Kanunnik Triest, door zijn volgelingen Vader Triest genoemd, werd voor zijn landgenoten de Belgische Vincentius a Paulo.

1835: Congregatie 4

Een jaar voor zijn dood sticht P.J. Triest nog een vierde congregatie, de Zusters Kindsheid Jesu, die zich zouden ontfermen over vondelingen.